Op het heetst van de dag, rond 12 uur in de volle zon, ging ik de tomaten even opbinden.
In de schaduw was het 27 °C in de zon wel meer dan 33°C. Ik keek er dan ook niet van op toen Macsó op een gegeven moment terug door het gat in het hek dook en, wel erg vrolijk, naar de voorkant van het huis rende.
Wij hebben het grootste deel van onze tuin omheind maar ook een deel langs de bosrand dat niet omheind is. In de loop van de jaren hebben vossen “loopgaten” gecreëerd in de omheining zodat ze tóch de kortste weg (is vaak de leukste) konden gebruiken. Die gaten heeft Ximbo nooit gezien met zijn ene oog of hij had niet de behoefte aan meer ruimte. Macsó daarentegen had dit héél snel door omdat hij in zijn omheining (bij zijn vorige eigenaar) al geleerd had dat je vaak onder gaas door kunt kruipen. Van die skills die je eigenlijk niet wil dat ze ze leren. Maar wie weet wordt het ooit zijn redding.
Toen hij dus door zo’n gat in het hek dook en naar de voorkant van het huis vertrok dacht ik alleen: hij is de warmte zat en zoekt de schaduw op! Daarbij bedacht ik mij trouwens óók nog dat ik totaal geen zicht op hem had, dus dat hij ALLES kon doen wat er in dat lekkere koppie van hem op zou komen. En geloof mij: daar komen véél ideeën in op die dan vervolgens van mij het keurmerk “VETO” krijgen! Zoals uien uitgegraven, dwars door de moestuin banjeren, “helpen” met onkruid wieden en ga zo maar door….
Enkele minuten eerder nog toen ik, totaal met mijn aandacht bij de tomaten, Macsó opeens kwijt was. Hij stond 20 meter verder, op het niet omheinde stuk grond van de buren. Reuze interessant daar natuurlijk. Dáár had hij nog nooit zo lekker ongestoord rond mogen snuffelen. Ik riep hem. Er kwam totaal geen reactie op mijn roep dus liep ik er naar toe. Dát werd direct een leuk spelletje volgens meneertje. Dus sprong ik van de rol van vanger snel in de rol van prooi en rende luidruchtig bij hem vandaan. Truc gelukt…
En jawel, toen hij binnen 10 minuten weer heerlijk op het stuk van de buren stond te snuffelen en ik precies hetzelfde deed werkte de truc gelukkig weer.
Maar goed, het was leuk bedacht dat hij de schaduw op ging zoeken, maar ergens in dat besef van “wel erg vrolijk” hadden alle alarmbellen af moeten gaan. Rode vlaggen hadden moeten wapperen en op zijn minst had ik kunnen denken “What the heck is he up to?”
Maar ik zat met mijn hoofd bij de tomatenplanten en er was niet meer ruimte (bewustzijn) dan: “hij zoekt de schaduw op.”
Uiteindelijk kwam hij weer binnen mijn gehoorsafstand en hij schraapte zijn keel een paar keer. Iets ging er blijkbaar niet helemaal naar wens. Dus ik roep nog “wat doe je? Gaat het goed?” Waarop hij naar mij toe komt lopen, precies op het moment dat ik met mijn spullen terug kom lopen.
Er leek niks meer aan het handje. Misschien een grasspriet die de verkeerde afslag had genomen.
Op de hoek van het huis probeert hij iets uit het gras te pakken en ik denk “zijn balletje?” Die zwierf daar ergens. Maar hij bleef een beetje te moeilijk doen voor een balletje in het gras. Het balletje is helemaal rood en dit, zag ik, toen hij opeens jolig op keek naar mij, was voor de helft blauw. Het was de schaar!
Een verbandschaar, dus geen scherpe punten gelukkig. Die had hij dus bij mij en mijn tomaten weg gejat! Dáárom liep hij wel erg vrolijk weg. Was het vrolijk of triomfantelijk…of allebei! En ik had hem niet gemist want ik had de schaar niet meer nodig na zijn vertrek. En het spelen met die schaar in z’n bakkes kan wel eens het geroggel van eerder veroorzaakt hebben…niks grasspriet!
Het is zo’n heerlijk beest, vol fratsen. En ja, ik kan heel goed boos op hem worden maar het is gewoon een blij beest, een pup op ontdekking en een levensgenieter met een “alles is van Macsó”-mentaliteit.
Maar die ram ik er nog wel uit!! Figúúrlijk natuurlijk hé!!
Hij leert steeds beter wat wél zijn speelgoed is en wat niet. Steeds vaker kiest hij voor de flos of de bal op de momenten dat hij eigenlijk mijn hand wil pakken of iets anders dat niet gewaardeerd word.
Maar ja… alles wat niet mag blijft natuurlijk extra leuk!